Het Marineterrein van Mark

Nieuws
Mark001

Mark Bakker ging negen jaar geleden als beheerder bij Bureau Marineterrein aan de slag. Hij heeft er letterlijk en figuurlijk honderden deuren geopend en gesloten en kent ieder hoekje van het terrein. Zijn voorliefde voor rafelrandjes kwam goed van pas bij het ontrafelen en ontginnen van het verleden, heden en de toekomst van het Marineterrein.

Wat is jouw meest memorabele Marineterreinmoment?

“Dat zijn er echt heel veel.  Maar als ik helemaal terug ga naar het begin, dan weet ik nog hoe vaag, chaotisch en ongecoördineerd dingen kunnen gaan. De overdracht van gebouw 027 was er één uit het boekje…

In de entree van gebouw 027W zou de overdracht plaatsvinden, zo was afgesproken met Defensie. Nico, de oude commandant zou ons toegang geven tot het gebouw en wij waren er helemaal klaar voor. Dachten we dan.

Hij liep op ons af en drukte een oude boodschappentas vol sleutels in onze handen. ‘Alsjeblieft.’ zei Nico. Daarna draaide hij zich om en liep weer weg. We riepen hem nog na om een sleutelplan, plattegronden, of iets. Maar er was niks, behalve die oude zak.

Aan mij was toen de taak  het goede slot bij de juiste sleutel vinden. Dan mag je deuren openen die lang dicht zijn geweest en val je van de ene in de andere verbazing. Laten we maar zeggen dat een goed begin nog best wat werk was.”

Wat is jouw lievelingsplek op het Marineterrein?

“Dat zijn er twee. 

De eerste is onze beheer-loods. Daar hebben we, naast alles wat we op moeten slaan, ook een man-cave’je (m/v/x)  gemaakt. Beamer erin, bankjes, tafeltje, een koelkastje met bier-voor-na-5-uur uiteraard. En dan samen Ajax kijken, al is dat enthousiasme de laatste tijd wat minder.

De tweede is het ronde bankje op het uiterste puntje van het Marineterrein, schuin voor de Schietbaan. Dat was een cadeautje voor Jacqueline, onze collega en communitymanager van het collectief. We hebben het er neergezet toen ze wegging.

Op het bankje heb je een van de mooiste uitzichten over Amsterdam, op een rustig, beetje afgelegen stukje van het terrein. Dat bankje hoort daar echt. Tijdens het installeren, kregen we al meteen heel veel positieve reacties van mensen die langs wandelden. Dat een bankje dat kan oproepen bij mensen, dat vind ik mooi.”

Wat is de meest impactvolle samenwerking of innovatie die je hier hebt meegemaakt?

“Ik weet niet of het meest impactvolle is, maar ik vind de Graspannen op de Voorwerf een heel goed voorbeeld. Door op een andere manier over dingen na te denken kun je met relatief weinig inspanning toch veel bereiken. Zo simpel, maar met zoveel impact.

Hiervoor werd de Voorwerf bij warm weer een beetje het Zandvoort van Amsterdam. Je kon over de hoofden lopen, het werd veel te druk. En dan komt er vroeg of laat, een bepaalde sfeer om de hoek kijken. Voor je het weet was er weer een opstootje of werd het grimmig.

Toen kwam Boj van den Berg met het idee om een soort duinpannen in het gras te maken, met planten en bloemen. Zo kreeg de Voorwerf een andere indeling. En doordat er nu overal hoekjes en plekjes zijn waar je kunt gaan zitten met een groepje, is de sfeer meteen omgeslagen en is het minder druk. We hebben nu geen beveiliging meer nodig. En dat door een paar bloemenperkjes met een hekje erom! Ik vind het briljant in alle eenvoud.”

Wat heb je hier geleerd?

“Geduld hebben. Adaptief ontwikkelen betekent onder andere dat dingen zo natuurlijk mogelijk ontstaan. Maar dat houdt ook in dat er veel overleg is en er samengewerkt moet worden. Het duurt vaak even voordat er werkelijk iets gebeurt. En soms gaat het ook weer ontzettend snel

Ik kom zelf uit de kraakwereld. Daar deed ik veel zelf en organiseerde veel op eigen initiatief en tempo. Dus daar moest ik wel even mee leren omgaan. Maar dat brengt me ook weer van alles, dus dat is alleen maar mooi.”