De innovatieve geschiedenis van het Marineterrein
NieuwsVoormalig plaatsvervangend commandant van het Marine Etablissement Amsterdam Hans Bartelsman neemt ons mee op een reis door heden en verleden van het Marineterrein.
Voormalig plaatsvervangend commandant van het Marine Etablissement Amsterdam Hans Bartelsman neemt ons mee op een reis door heden en verleden van het Marineterrein.
Het Marineterrein wordt ontwikkeld tot toekomstbestendig stadskwartier waar innovatie troef is. Maar innoveren is in dit gebied niet iets van alleen de laatste jaren. Al sinds de opening in 1655 van ’s Lands Werf – zoals het Marineterrein toen heette – worden er innovatieve oplossingen voor (stedelijke) uitdagingen bedacht. De voormalig chef staf en plaatsvervangend commandant van het Marine Etablissement Amsterdam (MEA) weet er alles van.
In 1976 trad Hans Bartelsman als matroos in dienst en zette hij zijn eerste stappen op het Marineterrein. Nu, 43 jaar later, geeft hij er rondleidingen, waarbij hij vertelt over de maritieme geschiedenis van het terrein. Tijdens een wandeling legt hij uit hoe heden en verleden nog altijd met elkaar verweven zijn. ‘Kijk’, zegt Bartelsman terwijl hij naar het langgerekte Poortgebouw (gebouw 003) wijst. ‘Dit gebouw is in 1655 gebouwd en is dus monumentaal.’ Bij de historische toegangspoort, onder het driehoekige timpaan, laat hij zien hoe de ontwikkeling door de eeuwen heen is gegaan.
Het is een kort stukje lopen van de oude toegangspoort naar Het Scheepvaartmuseum. ‘In 1656 is dit gebouw – ’s Lands Zeemagazijn heette het toen – in negen maanden uit de grond gestampt. Het steunt op 2300 heipalen.’ Het had een innovatief watermanagementsysteem: ‘Op het dak stonden enorme waterbakken die dienden als brandblusinstallatie. Bij brand werden de bakken opengezet, zodat er via een netwerk van leidingen geblust kon worden.’ Sinds de renovatie is de binnenplaats van Het Scheepvaartmuseum overkapt, maar bij de bouw was dat nog niet zo. Met reden: ‘De schepen die hier lagen moesten voor vertrek genoeg drinkwater aan boord hebben. Via het open dak werd regenwater opgevangen en opgeslagen, zodat de schepen ‘opgetopt’ konden worden voordat ze buitengaats gingen. Erg innovatief voor die tijd.’
We lopen een stukje door over de Voorwerf. Hier lagen destijds de scheepshellingen, grenzend aan het open water van de Zuiderzee. ‘Op het gebied van scheepsbouw is er op het Marineterrein ook veel geïnnoveerd’, zegt Bartelsman. ‘Vroeger kwamen schepen “uit de bijl”, zoals dat heette. Geen twee schepen waren hetzelfde, omdat er destijds niet op basis van een tekening werd gebouwd. In 1725 is bedacht om bestektekeningen te gaan gebruiken. Zo konden er voor het eerst identieke schepen worden gebouwd.’
Dat is nog niet alles. ‘Er werden steeds hogere eisen gesteld aan de scheepsbouw. De steeds langere reizen vereisten een betere zeewaardigheid en er kwam behoefte aan grotere opslagruimte, betere bewapening en accommodatie. Er zijn hier allerlei innovatieve bouwwijzes bedacht om dit mogelijk te maken. De meest ingrijpende vernieuwing was de omslag van houten naar stalen schepen rond 1868. Schepen konden hierdoor veel groter en sterker gemaakt worden.’ De stalen scheepsbouw betekende echter ook het einde van de werf op het Marineterrein. ‘Omdat de schepen groter werden en steeds meer diepgang kregen, konden ze niet meer door de sluizen heen.’
De invloed van de getijden van de Zuiderzee zorgde voor een van de belangrijkste innovaties die op het Marineterrein zijn ontwikkeld: de scheepskameel. Vlakbij het gelijknamige restaurant legt Bartelsman uit waar het woord vandaan komt. ‘Bij laag water konden de schepen moeilijk beladen naar de haven en andersom. Ze lagen vaak letterlijk vast bij de zandbank van Pampus. Daar is al in de 17de eeuw een oplossing voor bedacht. Een soort varend dok waarin een schip werd gevaren en waar vervolgens het water werd uitgepompt. Hierdoor kwam het schip hoger in het water te liggen en kon er – als de wind gunstig was – ook bij eb gevaren worden. Voor die tijd heel erg ingenieus.’
Een stukje verderop, bij het sinds kort publiek toegankelijk geworden heliveld, wijst Bartelsman op een andere mooie verbinding tussen verleden en heden. ‘In de jaren ’80 van de vorige eeuw, in het begin van het computertijdperk, werkten we bij de Marine met MS-DOS. Later kwamen er Windows-pakketten, maar niemand wist eigenlijk hoe dat allemaal werkte. Hier is toen een gebouw neergezet waar mensen de nodige computerkennis werd bijgebracht.’ In datzelfde gebouw huist nu Codam, een innovatieve school waar studenten leren coderen en programmeren.
Onderwijs werd na de sluiting van de scheepswerf in 1915 een belangrijke pijler van het Marineterrein. ‘Hier werden mensen voor allerlei taken opgeleid’, zegt Bartelsman. ‘Dit is altijd een innovatief gebied geweest en toen de bouw van schepen stopte is de nadruk verlegd naar het scholen van personeel.’
Hoewel een tikkeltje weemoedig naar de tijd dat het Marineterrein nog volledig in handen van Defensie was, ziet Bartelsman de meerwaarde van de huidige ontwikkelingen. ‘Het is mooi dat innovatie en leren hier nog steeds een grote rol spelen. Dat is alleen maar winst voor de stad.’